Het Werk van Amp Smit: Houtskool
Prijswinnende kunst in tijden van armoe
Na de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met houtskooltekeningen op krantenpapier. Vanaf 1948 huurde hij een atelier op een grote zolder in de van der Hoopstraat in Amsterdam. Vanaf de eerste naoorlogse jaren tot midden jaren vijftig vervaardigde Amp een serie monumentale houtskooltekeningen. Soms zijn deze gedeeltelijk ingekleurd. In vele gevallen zijn ze vol humor en spontaniteit. Maar daarnaast is er ook een serie bekend die veelal arbeiders toont. Deze zijn van grote sociale bewogenheid. Hij wint de Unescoprijs; en krijgt een bedrag van het Prins Bernhard Cultuurfonds voor een studiereis naar Frankrijk.
Hij heeft echter de ziekte van Parkinson en daardoor begint zijn rechterhand steeds meer te beven. Hij begint nu met zijn linkerhand te werken en mede daardoor verandert zijn stijl. Hier begint vermoedelijk de échte Amp Smitstijl, waarbij hij werd geïnspireerd door onder andere Pablo Picasso, Marc Chagall en Fernand Léger.
Vanwege zijn interesse voor klederdrachten, ging hij naar Spakenburg (1926) en verbleef daar maanden onder de bevolking om hen te portretteren. Alle portretten werden verkocht op een tentoonstelling in Kunstliefde te Utrecht. Met het verdiende geld betaalde hij zijn studiereizen naar de kunstacademies in Antwerpen en Parijs. Er zijn nog enkele van deze tekeningen met stoere vissers in bezit van de familie. Op zijn latere grote houtskooltekeningen zijn vaak nog elementen te zien uit die periode in Spakenburg.
In het archief van de stichting Amp Smit zijn talloze houtskoolwerken aan te treffen. Hoewel Amp doorgaans voor beroepsmensen koos als onderwerp van zijn uitingen, bevat het archief ook naaktheid, kleur en werken van unieke expressie.